Twitter vervuilt het debat
Het woord ‘twitterfittie’ keert steeds vaker terug in de Nederlandse berichtgeving. Het verwijst naar het gegeven dat woordenwisselingen op dit populaire platform niet zelden aanleiding geven tot wederzijds ongenoegen. Een bekende ‘twitterfittie’ ontstond tussen Thierry Baudet en Gerrit Hiemstra over de opwarming van de aarde. Het ‘gesprek’ had niet het karakter van een constructieve conversatie: ‘’vier keer onzin versus iemand moet die man ontslaan’’. In hoeverre is het moddergooien van dit niveau inherent verbonden aan het medium zelf? Hoe beïnvloedt Twitter de wijze waarop meningen met elkaar worden uitwisselt?
Volgens de populaire schrijver Jonathan Franzen wordt de moderne mens volledig afgestompt door het hedendaagse gebruik van sociale media.[1] Hij is niet de enige die in het toenemende gebruik van sociale media een algemene vervlakking van de samenleving meent te constateren. Na een tijdje het Nederlandse politieke debat op Twitter te hebben gevolgd, lijkt deze vervlakking inderdaad intrede te doen. Daar hoeft men de voordelen die het medium biedt niet eens voor te ontkennen. Voor politici zoals Donald Trump is Twitter het ideale medium om direct tot het Amerikaanse ‘volk’ te kunnen spreken. De ‘fake-newsmedia’ wordt als intermediair orgaan overgeslagen. Aan deze directheid kleven ook nadelen. Waar mensen eerst wel twee keer nadachten voordat zij hun opinie de wereld in slingerden, is één tweet met één druk op het touchscreen verstuurd. Mensen zijn in dergelijke gevallen sneller geneigd hun spontane driftbuien op Twitter te plaatsen wat vervolgens ook weer tegenreacties oproept.
De vraag rijst hoe mensen met andere ideologische opvattingen met elkaar wensen te communiceren. Mensen onderschatten vaak in hoeverre de opzet van een conversatie ook de daadwerkelijke uitkomst ervan bepaalt. Er is een reden waarom in de VS het format van de ‘podcast’ steeds populairder wordt. In plaats van de drang om tijdens een live TV-uitzending ingestudeerde oneliners naar elkaar te gooien en het debat te ‘winnen’, staan in deze podcasts de argumenten centraal. Mensen hebben genoeg tijd om duidelijk hun punt te maken, laten elkaar uitspreken en zijn niet bezig hun eventuele ideologische opponent in zijn of haar hemd te zetten. Na afloop begrijpt men elkaars standpunten beter, zonder het noodzakelijk op het einde eens te worden. Met andere woorden: door middel van lange conversaties op de inhoud worden politieke tegenstellingen op een begripsvolle wijze uitgewerkt.
Op het platform dat Twitter biedt ziet men het compleet tegenovergestelde plaatsvinden. Het stikt er van de slechte redenaties en onproductieve meningsuitwisselingen. Naast de al eerder genoemde directheid heeft dit verschillende redenen. Op Twitter is er om te beginnen maar zeer weinig ruimte om te kunnen reageren. Je bent nou eenmaal gebonden aan een beperkt aantal tekens. Dit is funest voor een politieke discussie: het fenomeen van nuance gaat nou eenmaal vaker gepaard met meer woorden. Door de beperkte ruimte zijn mensen eerder geneigd een statement te maken zonder de bijbehorende argumentatie. Dat is een bron van onbegrip. Persoon Y begrijpt immers minder goed waarom persoon X ergens totaal anders over denkt. Vervolgens heeft persoon Y niet eens de ruimte om dit passend onder woorden te brengen. Context, vaak op zichzelf al een nuancerende factor, ontbreekt eveneens op Twitter.
Twitter heeft daarentegen dan weer als voordeel dat men er met veel mensen, over de hele wereld, in contact kan komen. Ook deze medaille heeft weer een keerzijde. Het contact inzake politieke meningsverschillen wordt steeds afstandelijker. Daarbij staat Twitter ook wel bekend om het grote aantal ‘internettrollen’ dat het zou herbergen. Deze accounts reageren vaak uiterst ongenuanceerd en schofferend op politieke opponenten met een twitteraccount op persoonlijke titel, met als enige doel om te provoceren. Vervolgens verhardt dit ook deze twitteraars, die ‘slachtoffer’ zijn van scheldkanonnades, weer in hun eigen opvattingen over hoe slecht de andere kant wel niet is. Zo ontpopt het medium zich in een oneindige maalstroom van wederzijdse vervreemding.
Dit heeft nog een naar gevolg. Veel mensen op Twitter lijken ook niet de intentie meer te hebben om een constructieve conversatie te starten. Waarom eindeloze genuanceerde ‘twitterdraadjes’ schrijven wanneer je drie keer zoveel ‘retweets’ kan scoren door een ‘ad hominem’ op je politieke opponent los te laten? Met andere woorden, Twitter zet mensen aan tot een zekere scoringsdrang. Begane misvattingen worden nauwelijks toegegeven want niemand wil voor de ogen van al zijn volgers afgaan. Dit verklaart ook waarom het medium inhoudelijk zo gepolariseerd is tussen ‘links’ en ‘rechts’. Beide kanten zien elkaar als homogeen ‘vijandige’ blokken, lezen en liken voornamelijk de artikelen en tweets die in het eigen blok worden gedeeld, en reageren vervolgens op elkaars stropoppen. De Belgische historicus Philipp Blom brengt dit fenomeen treffend onder woorden; ‘’een kakofonie van hysterische monologen in hermetisch van elkaar afgescheiden echokamers.’’[2] Het is pijnlijk dat ook Leidse academici zoals Leo Lucassen, Afshin Ellian, Miko Flohr, Nadia Bouras en Geerten Waling zo lijken te worden meegesleept door de ‘Twittergekte’, en zelfs hun eigen collega’s bevuilen zonder enige inhoudelijke verantwoording. Juist van academici zou men kunnen verwachten dat zij hun politieke opvattingen op een rationeel wetenschappelijke wijze grondstaven. Wanneer zij dit op een medium als Twitter niet doen, doet dit helaas afbreuk aan hun academische imago.
Om terug te komen op Franzen: de stelling dat ‘’de moderne mens wordt afgestompt door sociale media’’ is wellicht wel wat te overdreven. Twitter is inderdaad een medium dat door de opzet onherroepelijk het slechtste uit mensen in discussies naar boven haalt en meningsverschillen verder polariseert. Er is gelukkig één positieve kant van het verhaal: het is niet geheel representatief voor de daadwerkelijke toestand van het debat. Verschillende politieke kringen zijn er zwaarder op vertegenwoordigd en het platform trekt ook eerder extremen van beide kanten van het politieke spectrum aan.[3] Dit is een belangrijk gegeven voor journalisten die Twitter gebruiken als barometer voor het sentiment onder de bevolking.
Wim Hermans
[1] Maarten Boudry, ‘waarom de wereld niet naar de knoppen gaat’ (Gent 2019), 54
[2] Ibidem.