Persvrijheid onder het coronavirus: Het vrije woord is besmet
Terwijl heel de wereld in de ban is van het coronavirus en het dodental de 50.000 is gepasseerd, brengt het virus andere verontrustende ontwikkelingen naar voren. Waar wetenschappers druk bezig zijn met het vinden van een vaccin of medicijn wordt het journalisten wereldwijd steeds lastiger gemaakt om te rapporteren over het virus. Onder andere China, een land dat ondertussen meerdere keren gelogen heeft over het aantal besmettingen en de ernst van de situatie, heeft journalisten bedreigd en laten verdwijnen die rapporteerden over de pandemie. Deze aanval op de persvrijheid vindt niet alleen plaats in het land waar de ziekte vandaan komt. Overal in de wereld en zelfs in Europa gebruiken overheden het coronavirus om de persvrijheid in te perken. Eén van de redenen dat het virus zich zo snel heeft weten te verspreiden is het gebrek aan persvrijheid.
Het is niet voor het eerst dat overheden het nieuws van een pandemie onder de mat vegen. Ongeveer honderd jaar terug met de uitbraak van de Spaanse griep in 1918 handelden staten op dezelfde manier. Aan de hand van de Spaanse griep leren we van het verleden in hoe we om moeten gaan met de verspreiding van het virus. Maar de Spaanse griep leert ook een belangrijke les over persvrijheid gedurende een pandemie. De strijdende partijen van de Eerste Wereldoorlog wilden niet dat nieuws van de nieuwe ziekte het moraal van het volk zou verlagen, dus mocht er niks over gerapporteerd worden. Het was pas toen nieuws van het virus het neutrale en daarom persvrije Spanje bereikte dat er aan de bel werd getrokken. Dit spiegelt direct de ontwikkelingen van het coronavirus. De wereld kon pas echt de ernst van de pandemie zien toen het al op de deurmat lag.
Onder andere Reporters without Borders veronderstelt dat zonder alle censuur en controles op de persvrijheid in China misschien wel duizenden levens waren gespaard. Dit concluderen ze aan de hand van een analyse die zegt dat als China minimaal twee weken van te voren had ingegrepen dit tot wel 86% van de slachtoffers had voorkomen. Al in oktober vorig jaar kwam er nieuws naar buiten over een opkomende onbekende ziekte. Die tijd was waardevol omdat de rest van de wereld had kunnen helpen of maatregelen had kunnen nemen. In plaats daarvan kregen we een China dat onder leiding van de Chinese Communistische Partij in de stijl van de Koude Oorlog nog steeds zijn media het zwijgen oplegde. Onder andere door de inzet van dappere bloggers en journalisten werd het voor de Chinese overheid uiteindelijk onmogelijk om het virus te verzwijgen. Helaas was dit te laat voor de rest van de wereld om tot actie over te gaan. Eén van de helden die cruciale informatie naar buiten bracht was dokter Li Wenliang. Hem werd aanvankelijk het zwijgen opgelegd en op 7 februari maakte de Chinese overheid bekend dat dokter Wenliang zou zijn overleden aan de gevolgen van het coronavirus, zijn dood leidt tot veel wantrouwen en rouw in China. Het verzwijgen van de ernst van de situatie en de eveneens rooskleurige berichten die gepropageerd werden door het staat gecontroleerde nieuws heeft er onder andere toe geleid dat veel landen het coronavirus niet serieus namen.
Ook in Europa wordt de pandemie misbruikt om de vrije pers in te dampen. In kandidaat EU-lidstaat Servië werd journaliste Ana Lálic gearresteerd omdat zij kritiek uitte op de slechte werkomstandigheden van medisch personeel onder COVID-19. Lálic werd ervan beschuldigd dat ze paniek zaaide met haar rapportage. De arrestatie volgde op een zet van de Servische regering om publieke informatie te centraliseren. De regering verbiedt het verspreiden van nieuws over het coronavirus door nieuwsbronnen buiten het crisisteam van de regering. Het crisisteam wordt geleid door premier Ana Brnabíc. De grootste aanvaller op de persvrijheid in Europa is wederom Hongarije. Het Hongaarse parlement stemde vorige week in met een wetsvoorstel die de premier onbeperkte macht geeft en de persvrijheid inperkt. Dit wetsvoorstel geeft premier Viktor Orbán de macht om nieuws dat onwaarheden of “vervormde” waarheden verspreidt te bestraffen met een celstraf tot vijf jaar. Premier Orbán heeft een geschiedenis met het aanvallen op de persvrijheid. In het verleden werd het verspreiden van onjuist bestempelde informatie al strafbaar gesteld en werden specifieke journalisten niet te woord gestaan en uitgeverijen werden het zwijgen opgelegd. Deze aanval op de persvrijheid wekt veel angst bij Hongaarse journalisten en moet in de Europese Unie tot zorgen leiden.
De aanval op persvrijheid is een kans voor de Europese Unie om zich nuttig te maken. Om persvrijheid te waarborgen en te blijven staan voor dit vrijheidsideaal moet een netwerk worden opgericht dat contact houdt met lokale journalisten in gebieden die niet de vrijheid hebben om zelf te rapporteren. Uiteindelijk is het vrije woord niet te onderdrukken zolang wij een lichtje aanhouden.
- Pepijn Kruiswijk