Oneliners versus liberalisme

‘Klimaatdrammers’ is misschien wel het bekendste nieuwe woord van de afgelopen jaren. Toen D66 van plan was de VVD te houden aan een akkoord waar de liberale partij zelf haar handtekening onder had gezet, werd het Klaas Dijkhoff te veel en ging hij goedkope opmerkingen slingeren naar collega Jetten. Rutte – meestal wat rustiger en rationeler dan zijn fractievoorzitter – gooide er een sneer achterna tegen de ‘witte wijn sippende Amsterdamse elite’. Alsof hij zelf niet van een goed glas houdt. Vorig jaar stelde Dijkhoff voor om criminaliteit in bepaalde achterstandswijken zwaarder te bestraffen dan in andere. Een strafrecht op basis van postcodes in plaats van individuele keuzes. Weer op een ander moment pleitte hij voor een demonstratieverbod voor anti-Zwartepietactivisten, alsof zij niet zelf op grondwettelijke wijze hun mening mogen uiten in het openbaar.

Wie een aantal jaar terugdenkt, stuit op een paragraaf uit Marks eerste brief aan Nederland – die ik voor de ‘context’ in zijn geheel citeer: We voelen een groeiend ongemak wanneer mensen onze vrijheid misbruiken om hier de boel te verstieren, terwijl ze juist naar ons land zijn gekomen voor die vrijheid. Mensen die zich niet willen aanpassen, afgeven op onze gewoontes en onze waarden afwijzen. Die homo’s lastigvallen, vrouwen in korte rokjes uitjouwen of gewone Nederlanders uitmaken voor racisten. Ik begrijp heel goed dat mensen denken: als je ons land zo fundamenteel afwijst, heb ik liever dat je weggaat. Dat gevoel heb ik namelijk ook. Doe normaal of ga weg. Mensen worden door Rutte en Dijkhoff neergezet als deel van de groep migranten, inwoners van een achterstandswijk, de elite, et cetera. Wees toch eens een ‘gewone Nederlander’. Rutte en Dijkhoff zijn twee kopstukken en raspolitici die precies weten waar ze mee bezig zijn. Ze willen inspelen op een soort opgefokte volksgeest. Elke politicus breekt wel eens een belofte, maar bij VVD’ers die iedere dag weer iets anders zeggen over het klimaat weten de kiezers niet meer waar ze op stemmen. Het gebrek aan principe maakt de partij onbetrouwbaar. Bovenstaande opmerkingen leveren krantenkoppen, zendtijd en stemmen op, maar gaan ten koste van de liberale missie van de VVD.

De recente proefballonnen vormen een olifant die het zicht belemmert. Als ze knappen komt er weer vrije lucht voor een verre visie. Dat moet het liberalisme zijn, waar het individu centraal staat. Elke lezer heeft het riedeltje al vaak genoeg gehoord, maar het blijft belangrijk. Mensen moeten hun eigen keuzes kunnen maken, niet door politici of bestuurders worden afgerekend op hun achternaam, huidskleur of de groep waar ze bij horen. Ze moeten zoveel mogelijk vrijheid hebben zonder dat de overheid zich ermee bemoeit – denk nog eens terug aan Dijkhoffs demonstratieverbod. Juist als mensen vrij zijn en op hun eigen gedrag worden aangesproken kunnen ze opbloeien. Dit principe moet de VVD veel feller gaan uitdragen, in plaats van met makkelijke opmerkingen te jagen op media-aandacht en hier en daar een stemmer.

Een tegengeluid van de echte ras-VVD’er is dat je vooral moet kijken naar beleid, en niet naar verkiezingsretoriek. Dat klopt niet. Ten eerste sluiten de twee elkaar niet uit. Ten tweede verwoorden politici niet per se wat er leeft bij het volk, maar bepalen ze juist het klimaat met hun uitspraken voor een miljoenenpubliek. De huidige VVD-praatjes dragen bij aan een overdreven nationalistische sfeer in Nederland, waar je vooral normaal moet doen en anders, zeker als migrant, vooral weg moet gaan. Leven in zo’n atmosfeer verandert het bestaan van mensen tastbaar, en daarmee is het net zo belangrijk als concreet beleid. Ten derde bepaalt de retoriek van vandaag de wetten van morgen. De nationalistische lijn van Rutte en Dijkhoff en de opmerkingen over klimaatdrammers beïnvloeden wat stemmers belangrijk vinden, en daarmee welk beleid eruit komt rollen na de volgende verkiezingen.

Of de VVD met elke wind meewaait of een liberale rots in de branding van identiteitspolitiek is, doet ertoe. Mensen die zichzelf eerst als individu zien en daarna pas als lid van een groep hebben niet zoveel te kiezen in de Nederlandse politiek. Op de rechterflank concurreert de partij met het verhaal dat politiek gaat om ‘onze Nederlanders eerst’, of in iets duurdere bewoordingen over de ‘boreale wereld’ die een renaissance nodig heeft. Het CDA brabbelt wat over normen en waarden en het Wilhelmus zingen in de klas. Ondertussen rukt op links een ideologie op die mensen in de eerste plaats zien als een collectie identiteiten in een krachtenveld van onderdrukking. Je bent eerst vrouw, cishet, migrant of boze witte man, en daarna pas jezelf. Tussen deze ideeën ligt de ruimte die de VVD weer moet opvullen met een echt liberaal verhaal. Je bent een individu die zoveel mogelijk vrij moet zijn van de overheid. Dat is de plicht van de partij. Bovendien is zo’n principieel geluid een veel sterkere tegenkracht tegen Baudet dan iedere vijf minuten weer een oneliner.

Joas Bakker

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *