De Schot in de zaak. Hoe de Schotten een Brexit aan zichzelf te danken hebben.
Niets is zo veranderlijk als het weer. Een vrijwel antiek, ietwat clichématig Nederlands gezegde. Maar uiteraard clichématig met een reden, want de Nederlandse weermannen en –vrouwen worden nog ernstiger gewantrouwd dan de politici. Toch, na al die jaren, is het allicht tijd het gezegde te onderwerpen aan een kleine wijziging: Niets is zo veranderlijk als een Brit.
Er was een periode waarin de gemiddelde Brit heerlijk voorspelbaar was. Veel gekker dan de status quo zou het toch niet moeten worden. Men reed een Rover, dronk gedwee zijn thee en bij een beetje voetbalrel vielen tenminste 3 doden. De politieke verhoudingen waren daarnaast ook niet aan gigantische veranderingen onderhevig. Die tijd is (helaas) voorbij. De verkiezingen van 2015 zouden een titanenstrijd worden tussen Labour en de Conservatives. Cameron won uiteindelijk met comfortabele marges. Op de avond van 23 juni jongstleden bij het Brexit referendum legde Nigel Farage zich nog voor de uitslagen neer bij een nipt verlies van het Leave kamp, om later die nacht alsnog met een grote grijns als een der overwinnaars een aantal persconferenties af te leggen. De Brit laat zich politiek niet meer zo eenvoudig voorspellen, mede dankzij de ‘new kids on the block’ SNP en UKIP. Voor de neutrale toeschouwer ergens wel vermakelijk.
Maar niet iedereen is neutraal toeschouwer. Niet voor iedereen zijn de gevolgen van het Britse politieke landschap vermakelijk te noemen. Neem de Schotten bijvoorbeeld. De definitieve referendumuitslag was nog amper uitgesproken of er werd al aangekondigd dat men alles in het werk zou stellen om onderdeel te blijven van de Europese Unie. Het was nota bene diezelfde unie die vele Schotten bij het onafhankelijkheidsreferendum in 2014 had doen besluiten dat het allicht verstandiger was om onderdeel te blijven van het Verenigd Koninkrijk. Schotland zou namelijk als onafhankelijke staat niet zondermeer lid kunnen worden van de EU, iets waar een groot deel van de Schotse bevolking maar al te graag onderdeel van wilde blijven.
Nu dreigen de Schotten echter alsnog door hun landgenoten elders uit het koninkrijk aan de haren de EU uitgesleept te worden. Voor de Noord Ieren geldt hetzelfde. Maar voordat de Schotten hun landgenoten als schuldigen aan gaan wijzen voor het feit dat ze de door hun zo geliefde Unie moeten verlaten, zouden ze allereerst zichzelf in de spiegel aan moeten kijken. De Schotten zelf zijn namelijk zo mogelijk nog schuldiger aan een Brexit dan de kiezers die op 23 juni ‘leave’ aankruisten op het stembiljet. Daarvoor gaan we terug naar de afgelopen parlementsverkiezingen van 2015.
Om in een referendum te kunnen kiezen moet er immers eerst een referendum worden uitgeschreven. Dat referendum was al op een eerder moment door Cameron beloofd, maar zou in eerste instantie niet eerder plaatsvinden dan 2017. Totdat de verkiezingen van 2015 eraan kwamen, waarbij met name Labour en in mindere mate UKIP terrein op de Conservatives dreigden te winnen. Zoveel terrein zelfs dat Labour lange tijd de grootste leek te gaan worden. En dus moest Cameron actie ondernemen om te voorkomen dat de naam van volgende premier Miliband zou worden. Om een comfortabele marge te houden op UKIP, die beetje bij beetje stemmers weg leek te trekken bij de Conservatives, liet Cameron in de eerste week van 2015 optekenen dat wat hem betreft het referendum over EU lidmaatschap zo snel mogelijk plaats zou vinden, mits hij de grootste zou worden natuurlijk. Door UKIP zo de wind uit de zeilen te nemen zou voldoende electorale ruimte moeten ontstaan om Labour nipt te verslaan. Overigens was Camerons belofte niet alleen bedoeld als poging Miliband te verslaan, maar ook om de rijen binnen de eigen partij te sluiten. Het willen verlaten van de EU was niet enkel voorbehouden aan UKIP sympathisanten; ook binnen de Conservatives gingen stemmen op om de Unie de rug toe te keren. Niets is schadelijker in verkiezingstijd dan een partij die intern verdeeld is, dus werd het referendum er aan de haren bijgetrokken om de boel te sussen. Met succes.
Schotland, voorheen een der bolwerken van Labour, had ondertussen reeds in 2014 een referendum gehad. Dit referendum, afgedwongen door de ‘lokale’ SNP (Scottish National Party), had zoals eerder gezegd als resultaat dat de Schotten het liefst onderdeel bleven van het VK. Hoewel dat niet het resultaat was dat de SNP vooraf had beoogd, had het wel als neveneffect dat de SNP meer en meer terrein wist te winnen op de gevestigde partijen. Daar waar Labour voorheen enigszins achterover leunend de Schotse zetels binnen wist te halen, had de SNP dusdanig veel momentum gekregen dat het een serieuze bedreiging vormde voor Labours heerschappij. Het bleek niet slechts een bedreiging. Bij de parlementsverkiezingen werd Labour dan ook op een ongekende manier uit het Noorden verdreven. Van de 59 zetels die Schotland te verdelen had, gingen er 56 naar de SNP. Labour hield in Schotland slechts 1 van de voorheen 41 zetels over. Hoewel deze aardverschuiving in sommige polls wel werd voorspeld, had vrijwel niemand verwacht dat deze ook daadwerkelijk zo plaats zou vinden. Het betekende een gigantisch verlies in verkiezingen waar van tevoren lange tijd de verwachting was dat Labour ze zou winnen, mede doordat de Liberal Democrats in de voorbije jaren zoveel aan populariteit hadden verloren.
Door vrij zekere Labourzetels over te dragen aan de SNP wierpen de Schotten de uiteindelijke overwinning Cameron in de schoot, en tekenden daarmee voor het door hen nu zo gewraakte Brexit referendum. Toegegeven: de 59 Schotse zetels waren niet genoeg geweest voor Labour om alsnog te winnen (het uiteindelijke verschil tussen de Conservatives en Labour was 98 zetels), maar met wijsheid achteraf kunnen we stellen dat de Schotse kiezer het Brexit referendum en diens uitslag ook geen strobreed in de weg heeft gelegen. Het uiteindelijke gevolg is dat Schotland, geheel tegen diens zin, ook de Europese Unie zal moeten verlaten.
Ik deel de zorgen die de Schotten hebben, tot op zekere hoogte ook hun teleurstelling en verdriet, maar je kunt niet om de gedachte heen dat ze het in zekere mate geheel aan zichzelf te danken hebben dat het referendum en daarmee de uitslag heeft plaatsgevonden. Mogelijk dat er in de nabije toekomst een nieuw referendum plaats zal vinden over Schotse onafhankelijkheid en een Schots EU lidmaatschap, of dat een Brexit er uiteindelijk helemaal niet komt. Laten we immers niet vergeten dat om en nabij de 90% van de Britse oliereserve zich in Schotse bodem bevindt. Wie olie heeft, heeft macht. Voor nu zullen de Schotten in ieder geval de wonden moeten likken en zich conformeren aan de nieuwe democratische werkelijkheid. En als het even kan: de volgende keer gewoon weer braaf Labour stemmen. Zoals van ze verwacht wordt.
– Bas de Ruig