Brexit, een keerpunt voor Europa en een ‘wake-up call’ voor Nederland
Terwijl het Britse volk zich duidelijk heeft uitgesproken voor het uittreden uit de Europese Unie, blijven veel Britse politici dit maar moeilijk accepteren. Maar Brussel gaat zelfs een stap verder en probeert in de handelsonderhandelingen een wraakactie uit te voeren.
“I make no bones about it. I think this transition agreement, is a very unsatisfactory agreement, not just on fish. The -only- thing that makes it acceptable, is the hope that it is leading to a proper Brexit, at the end of 2020. But this agreement gives away almost everything, and it is very hard to see what the government has got in return.” – parlementslid voor North East Somerset ‘Jacob Rees-Mogg’ tijdens het ‘BBC Newsnight’ programma, 19 Maart jl.
Het is tekenend voor de actuele Brexit onderhandelingen. De eindeloze worstelingen van de harde kern in het ‘Leave’ kamp versus de EU, de bijna gehele linkse politiek en een deel van de Conservatieven. 23 juni 2016 stemde een krappe meerderheid van het Verenigd Koningrijk vóór het verlaten van de Europese Unie. Sinds die dag verkeren het rijk, alsmede haar buren in het vasteland van Europa in grote onzekerheid. Wat eerst ontvangen werd als een overwinning en beroep op vrijheid, was slechts het startpunt van een langdurige strijd om recht te doen aan de democratische volkswil.
Men had kunnen voorspellen dat lange discussies over de interpretatie van de uitslag; een economische klap op korte termijn; vele protesten en wantrouwen in de bevolking onderling een rol zouden gaan spelen. Wat veel gevaarlijkere wateren bleken te zijn, was de houding die Brussel zou innemen tegenover het VK. De ontstane situatie was niet die van een werknemer die ontslag neemt om met zijn eigen onderneming verder te gaan. Het werd slaaf die de benen nam, en door de slavenmeester koste wat kost gevangen zou worden, opdat de familie van de slaaf hem aan het kruis zal moeten nagelen.
De EU heeft afgelopen jaren flinke klappen te verduren gehad. Zij voert beleid en centralisatie in sneltreinvaart uit, waar alle verschillende bevolkingen zich zelden achter scharen. Dat vertaalt zich in Euro-sceptische coalities van Noord- tot Zuid-Europa. Nadat het VK ‘de benen nam’ moest kosten wat het kost spoedig de centralisatie voltooid worden en nog belangrijker, het VK moet tot een voorbeeld worden gemaakt. Een economische put moet het worden, bij voorkeur één die nog steeds aan de ketting van de wil van zijn meester ligt.
Die naaste familie van de slaaf, dat zijn wij. En wij zijn er niet over uit of wij onze vriend moeten laten ontglippen, of vangen en braaf opspijkeren. Wij hebben hoe dan ook baat bij goede relaties met onze op 2-na grootste exportpartner. Wij willen dus een goede onderhandelingsovereenkomst en een instelling gericht op multilaterale samenwerking in plaats van harde concurrentie ten koste van ons beiden. Zo kan je bijvoorbeeld jezelf afvragen of de kwestie rondom de dividendbelasting wel zozeer een nationale kwestie was, en niet vooropgesteld een doel vanuit Brussel om buitenlandse beleggers uit het VK te onttrekken, ook als het netto ten koste gaat van het Nederlandse belang.
De Brexit gaat in het Nederlands debat te weinig over die keuze die wij maken, vóór of tégen onze naaste familie. Wat misschien nog veel belangrijker is, is hoelang wij onszelf nog gaan voorhouden dat wij wél die werknemer keurig in dienst zijn, en hoelang nog wij benen zullen hebben om mee te kunnen rennen.
Tomash Groen